dinsdag 31 maart 2015

'RKTKN #2' IS EEN OPLAWAAI VAN JEWELSTE

Raketkanon - RKTKN #2

KKK Records, 2015


Een plaat die je niet direct bij de kladden vat, maar toch overrompelt. Kan dat? Ja, dat kan! De tweede van het Belgische Raketkanon bewijst het. 

De sound van Raketkanon overtuigt direct. Het is noiserock in optima forma. Toch duurt het even voor de songs op 'RKTKN #2' je echt te grazen nemen. Daarvoor is een paar luisterbeurten nodig, maar dan is het ook goed raak. Wat een plaat!

De Belgen hebben voor hun tweede album gebruikgemaakt van de diensten van Steve Albini. Een hele juiste keuze, want Albini weet hoe een band als Raketkanon moet klinken: kaal, hard, gortdroog, ontdaan van alle franje. Een overtuigende sound is het resultaat, met een fraaie rol voor de synths van Lode Vlaeminck.


De songtitels op 'RKTKN #2' zijn namen als Florent, Elisa, Harald en Ibrahim. Het doet denken aan 'Tweez' van Slint, dat album uit 1989 waarop de songtitels bestaan uit de namen van de ouders van de bandleden, plus de naam van de hond van de drummer. 
De songs op 'RKTKN #2' nestelen zich echter niet direct in je hoofd, daarvoor zijn ze net iets te moeilijk te doorgronden. Toch nodigt de plaat uit tot doorluisteren en dat loont. Dan vallen de puzzelstukjes in elkaar en blijkt 'RKTKN #2' een hele spannende plaat, die hard is, zindert van onderhuidse spanning (luister naar Mathilde en Hanz en je begrijpt wat ik bedoel) en die per draaibeurt beter wordt. En zo hebben we het graag. De vergelijking met de laatste van Albini's eigen band Shellac valt uit in het voordeel van Raketkanon. 'RKTKN #2' is een oplawaai van jewelste!

Raketkanon speelt op 16 april in Gebr. De Nobel te Leiden, op 17 april in Hedon te Zwolle, op 24 april in Mezz te Breda, op 14 mei op Klomppop te Overzande, op 15 mei in Gigant te Apeldoorn en op 5 juni in De Nieuwe Nor te Heerlen.

http://www.raketkanon.com/

https://www.facebook.com/Raketkanon 









LICHTE PROGRESSIE HOORBAAR OP NIEUWE BRAVE COMBO

Brave Combo - The Liminal Zone

denTone, 2015



Brave Combo groeide in de jaren tachtig en negentig uit tot een orkest dat voor geen enkele stijl zijn hand leek om te draaien. Ook live werd moeiteloos van het ene genre op het andere overgeschakeld. De band speelt allerlei traditionele stijlen, waaronder polka, hora, cumbia, samba, twist, wals, salsa, klezmer en texmex.

Toen Bubba Hernandez halverwege het vorige decennium Brave Combo verliet was dat een grote aderlating. Hij was een begenadigd zanger en bassist maar ook als songschrijver belangrijk voor de groep. Met bassiste Ann Marie Harrop in de gelederen slaagde Brave Combo er in 2007 en 2008 toch nog in om twee uitstekende platen af te leveren, 'Polka's Revenge' en 'The Exotic Rocking Life'. Daarna werd het toch duidelijk minder. Het experiment met symfonie-orkest pakte op plaat slecht uit doordat het orkest veel te ver naar achteren was gemixt. De laatste twee studioplaten, 'Kikiriki' en 'Sounds Of The Hollow' vielen ook wat tegen. Vorig jaar was er toch weer een aangename verrassing met de live-cd 'Live At Blob's Park', waarop een glimp van Brave Combo in oude vorm was op te vangen. 

En nu is er dus 'The Liminal Zone'. Een paar leuke liedjes zijn daar in eerste instantie wel op te ontdekken. Zo is er het Servisch getinte Kilroy Was Here, het Griekse, in vijfachtste maat gespeelde Katarina-Mou en opener Hop To It, een wat zwaar aangezette maar toch aangename rocker.
Maar wat krijgen we verder? Een halfbakken tango, een slome cumbia, een belegen wals en twee overbodige covers uit The Pink Panther en Twin Peaks. Zelfs de onvermijdelijke polka kan me niet bekoren. Verder heeft houtblazer Jeffrey Barnes drie songs aangeleverd die alle drie teleurstellen. Dieptepunt is echter The Everything, een soort discostamper uit de koker van oprichter en toetsenist/gitarist/accordeonist Carl Finch, gebaseerd op een riff van één noot die maar blijft doorgaan, meer dan vijf minuten lang.

Maar wacht even. 

Inmiddels heb ik de cd al voor de vijfde keer opstaan, blijkt die cumbia niet zo sloom, is de samba van Henry Mancini toch erg goed uitgevoerd, doet die polka toch zijn best mijn humeur op te krikken, heeft die wals eigenlijk wel charme, komt die tango toch nog uit de verf en zijn twee van de drie Jeffrey Barnes-originals best te doen.

Al met al levert Brave Combo toch weer vakwerk. Een topper in de uitgebreide discografie van de Texanen is 'The Liminal Zone' niet, maar vergeleken met de laatste twee studioalbums is toch sprake van lichte vooruitgang.

Inmiddels is bekend geworden dat bassist Little Jack Melody Brave Combo heeft verlaten. Belangrijker is dat Jeffrey Barnes dat ook heeft gedaan, na 31 jaar trouwe dienst. Als muzikant (o.a. klarinet, saxofoons, fluit, gitaar) lijkt Barnes onvervangbaar, maar de band gaat wel door. Ik ben benieuwd wat de toekomst brengen zal. 





zondag 29 maart 2015

Live: Burn Pilot & Gangabella

Brigant, Arnhem

Zondag 22 maart 2015

 

Brigant is een klein en charmant poppodium in Arnhem. Dat lang niet iedereen de weg naar Brigant gevonden heeft blijkt vanmiddag. Het aantal betalende bezoekers is waarschijnlijk op de vingers van twee handen te tellen. Ik ben er een van, omdat de aankondiging van beide bands me aanspreekt.

Gangabella noemt Masters Of Reality, Wolfmother en Motorpsycho als inspiratiebronnen. Enthousiasme kan de band niet ontzegd worden en de bandleden ogen sympathiek, maar toch kan het optreden me niet boeien. De veelal midtempo rock met de nodige dynamiek ontbeert originaliteit en vooral goede songs. De te simpele baspartijen doen het geheel geen goed. Tegen het einde van de set krijgt het concert een kleine boost als het tempo in twee nummers omhoog gaat.




Burn Pilot laat vervolgens zien hoe het wel moet. De band speelt een wat moeilijk te categoriseren soort gitaarrock. Aangekondigd als 'ambient punk' trekt de band stevig van leer. Op hun platen klinkt het trio uit het Duitse Bielefeld wat subtieler maar de stevige livesound - waardoor de muziek soms zelfs neigt naar noiserock - misstaat beslist niet. Burn Pilot bestaat al tien jaar maar ze ogen nog steeds als een stel jonge honden waar het speelplezier vanaf straalt. Met de muzikaliteit zit het wel snor (vooral de bassist maakt indruk) en bovendien volgen de nummers niet steeds een voorspelbaar stramien. Wel heeft zingende drummer Sidney Jaffe moeite om vocaal boven de muziek uit te komen, maar veel uitmaken doet dat niet. Een goed concert van een band die ik graag nog eens wil zien.


 
https://burnpilot.bandcamp.com/

https://www.facebook.com/pages/Burnpilot/154038901295188

http://gangabella.nl/wordpress/ 

https://www.facebook.com/gangabellamusic 

http://www.brigant.nl/ 

Toundra bewijst opnieuw grote klasse  

Toundra - IV

Superball Music, 2015



Toundra behoort al sinds het debuut ('I') tot de eredivisie van de (instrumentale) post-rock. Dat hokje doet de band trouwens wel een beetje tekort. Dat komt omdat de Spanjaarden in tegenstelling tot veel van hun genregenoten goed hebben begrepen dat je binnen een nummer variatie moet aanbrengen. Bij Toundra dus geen eindeloze herhaling van dezelfde motiefjes en thema's, maar stukken die spanning opbouwen juist door te variëren in melodie en ritme. Dit was al het geval op het debuut, wat nog het meest als klassiek post-rock klinkt. Met 'II' en 'III' heeft de band hun stijl tot in de perfectie uitgebouwd. Nu is er de vierde worp, uiteraard 'IV' genaamd.

Waar de vorige twee platen van Toundra volledig in balans waren, ligt dat bij de opvolger toch net een tikje anders. Zo haalt het sfeerstuk Lluvia de vaart uit het geheel, en ook al vroegtijdig want het is het derde nummer van 'IV'. In het daaropvolgende Belenos ligt de climax redelijk ver van het einde en deze track wordt gevolgd door het rustig beginnende Viesca. De plaat kabbelt hierdoor even voort.

Betekent dit dat we 'IV' moeten bestempelen als een tegenvaller? Nee, dat toch niet. De fraai opbouwende opener Strelka en het door de band als eerste vrijgegeven Kitsune behoren tot het beste wat de band tot nu toe opnam. Het lange Qarqom is afwisselend en ook zeer fraai. De climax in Belenos komt hard aan en liegt er ook niet om. Afsluiter Oro Rojo is wat opgewekter van toon en wat minder spannend dan de hiervoor genoemde tracks, maar kent een sterk middenstuk dat leidt tot een mooie apotheose. En tot slot is er Viesca, een nogal afwijkend stuk, geplaatst in het hart van het album. Ondanks dat hier sprake is van een behoorlijke stijlbreuk in vergelijking tot de rest van de plaat, stoort dit geen moment. De gitaren zijn hier akoestisch en de blazers en strijkers stuwen het nummer naar grote hoogte.

'IV' is niet zo goed als 'II' en 'III', maar dat waren dan ook bijna perfecte post-rockalbums zonder noemenswaardige minpunten. Die kent 'IV' dus wel een paar, maar ondanks dat bewijst Toundra ook met dit schijfje zijn grote klasse. De band verdient veel meer dan de twintig mensen die in november vorig jaar kwamen opdagen in 't Beest te Goes voor een geweldig optreden. In So What in Gouda in februari van dit jaar was dit aantal al opgelopen tot ongeveer veertig, dus we kunnen spreken van een stijgende lijn!

https://www.facebook.com/toundra